Verslag 100 jaar

Verslag 100 jaar uitvaartver. “En Hij Stierf” Broeksterwoude/De Valom  (Kollumer Courant 4 april 2011)

Waarschijnlijk was het in maart 1911 dat men voor de eerste keer bij elkaar kwam om te komen tot de oprichting van een begrafenisvereniging. Er zijn van deze oprichtingsvergadering geen notulen gemaakt, vandaar dat de precieze datum van oprichting niet bekend is.

Vooral meester Woudstra, toen hoofdmeester van de openbare lagere school moet met eer worden genoemd, hij heeft in het bijzonder ingezet voor de oprichting van de vereniging. Al vrij gauw gaven een 50tal personen zich op als lid. Dat was echter te weinig om een vereniging te starten en daarom ging meester Woudstra in de eerste maanden langs den huizen om leden te werven. Het eerste bestuur bestond uit: A.O. Woudstra – voorzitter, Pieter Dijkma- secretaris/penningmeester, Biense S. Visser, Alle R. Dijk en Jelle Binnes de Jong, deze laatste zat 39 jaar in het bestuur.Voor bode was toen veel belangstelling er melden zich in 1911, 4 personen waarvan zich al spoedig drie terug trokken vanwege de geringe vergoeding. De vergoeding voor de bode bedroeg toen totaal twee gulden. Pieter Uiterdijk werd gekozen als bode, het was een voorlopige benoeming. Hij is tot 1941 bode gebleven, de voorlopige benoeming duurde dus 30 jaar!

Op 26 februari 1915 werd besloten de vereniging de naam  “De Laatste Eer” te geven de vereniging had tot dan toe geen naam. Op 17 maart 1930, is op voorstel van ds.Oussoren besloten tot de huidige naam “En Hij Stierf”. Het motief van deze naamsverandering was, dat “De Laatste Eer” alleen verwijst naar de overledenen, terwijl “En Hij Stierf” niet slechts de overledenen treft, maar ook de levenden wat te zeggen heeft.

In de afgelopen 100 jaar zijn er verschillende keren nieuwe reglementen vastgesteld. Maar een ding is altijd recht overeind gebleven; namelijk het doel van de vereniging: haar leden en huisgenoten op een eerbare wijze te begraven of te cremeren.

In de eerste tientallen jaren zaten er vaak meesters en dominees in het bestuur.  Dat die het niet altijd even nauw namen met het papierwerk blijkt uit het volgende: Er staat een onderschrift bij de notulen in 1930, Meester Ham, de voorzitter, heeft deze notulen niet getekend. De secretaris, ds Oussoren, schrijft hieronder: “eerst vergeten te tekenen……………..en later overleden”. Tussen deze vergadering en het overlijden van meester Ham ligt echter een termijn van bijna twee jaar! De secretaris, maar in feite de hele ledenvergadering ging wel erg in de fout met de notulen van het daarop volgende jaar. Deze notulen beginnen als volgt: “wijlen de voorzitter, J. Ham opent de vergadering en gaat voor in gebed. Voorzitter J. Ham opent dus de vergadering terwijl hij al overleden is……

In 1935 wordt de vereniging lid van de Federatie van begrafenisverenigingen in Friesland.

Onder druk van de oorlogsomstandigheden wordt op voorstel van bestuur, in februari 1944, besloten de vereniging op te heffen. Het bestuur wilde niet langer de verantwoordelijkheid dragen. Er kwamen in de oorlogsjaren verschillende stukken en een grote vragenlijst binnen waar het bestuur geen medewerking aan kon of wilde geven. Wat deze stukken precies inhielden wordt niet vermeld. Formeel werd de vereniging opgeheven, maar in de praktijk werden de begrafenissen normaal zoals voorheen uitgevoerd. De eerste ledenvergadering na de oorlog werd gehouden op 23 juli 1945. De twee aftredende bestuursleden werden bij acclamatie weer benoemd, niet omdat er geen tegenkandidaten waren, maar vanwege de papierschaarste.

Dat vroeger de ledenvergaderingen ook niet al te best bezocht werden door de leden blijkt uit het volgende: in 1948 vroeg men zich af of leden, die thuis waren gebleven, niet een boete kon worden opgelegd. Dat zou vandaag een leuk potje opleveren!

Op de ledenvergadering van 1969 is besloten een fusie aan te gaan met de begrafenisvereniging van De Valom.

Een stukje historie van begrafenisver. De Valom.

“Op 18 april 1913 is ten huize  van Jelle Boersma, kastelein te Valom, een vergadering belegt van in- en omwonenden te en onder Valom, ten doel  hebbende, zoo mogelijk, eene begravenis Vereeniging op te richten”, zo begint de geschiedenis van de begrafenisvereniging van De Valom. “Dit plan”, aldus de eerste notulen, “is zo langzamerhand gerijpt bij ieder weldenkende, omdat men soms de treurige ervaring opdeed, dat het laatste overschot onzer afgestorvenen, wordt weggeleid, onder omstandigheden, die eenvoudig voor grote mensen niet te pas komen.”

De eerste vergadering stond, op verzoek, onder leiding  van Fedde  Wiegers Feddema. Op deze vergadering waren al een 80-tal personen aanwezig. Er werd al direct een voorlopig bestuur samengesteld, dat tot taak kreeg de reglementen voor de vereniging op te stellen. In de tweede vergadering, een week later, werd het bestuur bij acclamatie benoemd en de reglementen vastgesteld.

Er gaven zich vijf personen op voor bode of hulpbode. P. de Jong werd aangesteld als bode en J. Kooistra als hulpbode. Er stelden zich 16 leden beschikbaar als drager. De waarnemende voorzitter, Fedde W. Feddema, verraste de vereniging met de gave van een nieuwe hoed voor de bode. Hij werd tot erelid benoemd van de vereniging.

De Valomstervereniging ging voortvarend van start nog voor de officiële inwerkingstelling op 12 mei 1913, was er een bestuur, een bode, een hulpbode, 16 dragers, een lijkrijder en een erelid, maar…… geen geld!. Het kwam de vereniging bijzonder goed van pas dat bij de eerste dienst, op 14 mei 1913, de familie de extra kosten betaalde en dat de buren als dragers fungeerden.

Ook in De Valom moesten de leden voor tien cent het reglement van de vereniging aanschaffen. Bij het ophalen van de eerste contributie probeerde een van de leden zelfs af te dingen, die was zeker in de veronderstelling dat het bestuur een handeltje dreef. Ondanks een schenking in 1916 van tien gulden bleef de geldnood. De voorzitter betaalde de consumpties voor het bestuur vele jaren uit eigen zak.

Een verzoek van de bode om een jas, in 1923, vond geen genade. Want hoe kwam het dan als er een nieuwe bode werd aangesteld en straks wilden de dragers ook iets dergelijks.

Later werd er wel gepraat over kleding voor het personeel. In 1937 werd er prijsopgaaf gevraagd. Een soort cape kostte toen f.20,00 en een pet f. 3,00.  Er werden alleen petten gekocht, en de dragers hebben ook nooit meer gehad dan een pet en handschoenen.

In de jaren 1944 en 1945 zijn er geen ledenvergaderingen geweest. Uit de notulen van 1946 blijkt dat er vanwege de oorlog de werkzaamheden in 1943 werden gestaakt, maar in werkelijkheid gingen de diensten van de vereniging gewoon door.

In 1955/1956 vond er een curieus voorval plaats. Het bestuur stelde in 1955 een wijziging in het rooster van aftreding voor, om de penningmeester de gelegenheid te geven om de 20 jaar als penningmeester vol te maken. Ze wilden dan een ander in zijn plaats laten aftreden. De ledenvergadering stak hier een stokje voor en ging niet akkoord. Het bestuur besloot vervolgens om de bestuurswisseling een jaar uit stellen, zodat de penningmeester de 20 jaar vol kon maken. In 1956 treedt de penningmeester af en wordt flink in het zonnetje gezet. Maar wat blijkt nu, de goede man heeft geen 20 jaar maar krap 19 jaar in het bestuur gezeten.

Het vijftigjarig bestaan in 1963 werd door de voorzitter gememoreerd tijdens de ledenvergadering, de aanwezige leden kregen een consumptie en een feestsigaar aangeboden. De bode bracht naar voren dat het kistkleed nu ook 50 jaar oud was en tot op de draad versleten. Er werd een nieuwe aangeschaft voor f. 125,00.

In de ledenvergadering van 1966 werden statuten en een huishoudelijk reglement voor de vereniging vastgesteld. Hierop is de Koninklijke goedkeuring aangevraagd en verkregen.

In 1967 werd er voor het eerst voorzichtig gesproken over een fusie, de kleine vereniging dreigde te vergrijzen en kon de leden niet bieden wat een grotere vereniging met meer draagkracht en vermogen wel kon, maar het voorstel werd weggestemd. Zo ook in 1968, in 1969 was de situatie zo zorgelijk dat men een fusie niet langer kon uitstellen. Op 28-2-1969 is in een buitengewone ledenvergadering, besloten tot de algemene fusie met de vereniging van Broeksterwoude.

Hiermee kwam De Valom dus ook onder de naam “En Hij Stierf”. De vereniging was overleden, maar de leden kregen een toekomst.

Begin 1969 hadden de gezamenlijke verenigingen van Broeksterwoude/De Valom de eerste gezamenlijke vergadering onder leiding van de heer Jan Bos. De Valomstervereniging bracht 100 leden in en een geldbedrag van f. 1400,00.

In 1970 werd er uit twee besturen een bestuur gevormd, waar drie leden uit Broeksterwoude en twee uit De Valom zitting in namen.

In 1973 kwam er een nieuw dorpshuis in Broeksterwoude, de vereniging kan nu beschikken over een ruimte voor het opbaren van een overledene. In de zomer van 1982 werd er een koeling geplaatst, de vereniging kan vanaf nu beschikken over een gekoelde opbaarruimte.

In 1982 baarde de gemiddelde leeftijd van dragers en bode (65 jaar of ruim daarboven) het bestuur zorgen. In de jaren daarna kwam er een jonge ploeg dragers met nieuwe kostuums, maar nog geen nieuwe bode. Deze bode Johannes Zwaagstra was in 1983 vijftig jaar in dienst, eerst als drager en vanaf 1961 officieel als bode. Er werd hem een receptie aangeboden, ook kreeg hij een Koninklijke onderscheiding, de zilveren eremedaille van de orde van Oranje Nassau, opgespeld.

In 1986 bestond de vereniging 75 jaar het bestuur was van mening dat een feestelijke viering niet bij een begrafenisvereniging past. De heer Wieger Zwaagstra werd gevraagd een overzicht te maken van de afgelopen 75 jaar. Deze had daar wel oren naar en het resulteerde in een verslag waar ik voor dit verslag dankbaar gebruik van heb gemaakt. Al heb ik het danig ingekort en uitgebreid met de laatste 25 jaar.

In 1987 wil bode Johannes Zwaagstra vanwege zijn leeftijd stoppen met z’n werk als bode. Het bestuur besluit in zee te gaan met de heer Marten Zeilinga uit Dokkum. Hij treedt op 1 december 1987 in dienst. Tijdens de ledenvergadering van 1988 werd afscheid genomen van bode Johannes Zwaagstra na 55 jaar trouwe dienst.

Vanaf 1989 werd de contributie niet meer opgehaald bij de leden, maar moeten ze dit zelf overmaken aan de vereniging. Het rokje van de rijdende baar en het baarkleed werden vernieuwd.

In 1991 bedankt de heer Jaap Visser als drager hij was 32 jaar drager voor de vereniging. Er werd tijdens de ledenvergadering het ongenoegen uitgesproken over de hoogte van de kosten voor grafdelven en dergelijke in de gemeente Dantumadeel. De burgemeester en wethouders zullen Broeksterwoude en De Valom bezoeken het bestuur roept de leden zich massaal te laten horen. Dit onderwerp loopt als een rode draad door de volgende jaren ja eigenlijk tot op de dag van daag wordt er regelmatig over gesproken. Ook tijdens de OBUD(samenwerkingsverband van uitvaartverenigingen in Dantumadeel) vergaderingen is het een vast punt op de agenda, maar desondanks dat het zo vaak aan de orde komt zijn we nog geen steek verder en blijven de tarieven stijgen. Een ander punt dat steevast terug keert is het geringe aantal leden dat de ledenvergadering bezoekt.

Buiten de normale dingen zoals, bestuurswisseling, het komen en gaan van dragers is er over de negentigerjaren niet veel te melden. Wel worden er steeds meer eisen gesteld aan de vereniging en dan vooral op financieel gebied. Het begrip actuariële reserve doet z´n intrede. Elke uitvaartvereniging is verplicht z´n actuariële reserve op orde te hebben dit houdt in dat er voldoende kapitaal aanwezig moet zijn om ingeval van calamiteiten (wanneer er een groot aantal leden komt te overlijden) te kunnen voldoen aan de uitkering van de ledenkorting. Zo gaat eeuwwisseling voorbij en belanden we in de 21ste eeuw.

Er werd besloten om de ledenvergadering in het vervolg te houden op de derde maandag van maart. Bode Marten Zeilinga stelt z´n dochter Marjanna voor ze loopt stage bij hem voor het beroep uitvaartverzorger. Wanneer Marten Zeilinga in 2007 ernstig ziek wordt en in 2008 komt te overlijden neemt Marjanna de taak van haar vader over en wordt bode van de vereniging. In 2007 geeft de heer Wieger Zwaagstra aan te willen stoppen als bestuurslid, hij is secretaris, penningmeester en ledenadministrateur van de vereniging er is dus meer dan een bestuurslid nodig om hem te vervangen. Het bestuur gaat naarstig op zoek naar nieuwe bestuursleden en schrijft geschiedenis. In 2008 op de ledenvergadering stelt het  bestuur maar liefst vier nieuwe bestuursleden voor. En voor het eerst in de geschiedenis van de uitvaartvereniging doet een vrouw haar intrede in het bestuur en niet een vrouw, maar drie, dat is een regelrechte cultuurschok. Ze vervullen de functies van secretaris Wiepie Dijkstra, penningmeester Loes Plantinga en ledenadministratie Nynke Rosier. Reinder Kloosterman wordt de nieuwe voorzitter.

Het nieuwe bestuur gaat enthousiast aan de slag en e-mail en beamer doen hun intrede, nieuwe communicatiemiddelen. Er gaat veel geld om in een uitvaartvereniging en het feit dat het bestuur aansprakelijk kan worden gesteld voor financieel ( wan)beleid, heeft het bestuur in 2009 besloten de jaarrekening en de begroting te laten verzorgen door een accountantsbureau. Zo is de hele uitvaartbranche in beweging, was vroeger een uitvaart een gebeurtenis die bol stond van de tradities, het is nu veel persoonlijker. De overledene of de familie heeft de mogelijkheid om persoonlijke wensen te verwezenlijken bij een uitvaart. Er wordt nu ook vaak voor het thuis opbaren van de overledene gekozen dit is door verbeterde koeltechniek heel goed mogelijk.

Hoe het er over 100 jaar zal uitzien of de vereniging nog bestaat, we kunnen niet in de toekomst kijken, maar er zullen zeker nog veel veranderingen plaatsvinden in een wereld die bol staat van technologische ontwikkelingen. Alleen al op het gebied van communicatie verandert de wereld razendsnel. Voorzitter de Jong van de Friese Federatie had het tijdens de laatste jaarvergadering over twitter als het medium om de leden cq aspirant-leden van een uitvaartvereniging te bereiken. Als u nou net zoveel weet over twitteren dan ik, dan valt er nog heel wat te leren. Voor de nabije toekomst staan eerst het bijverzekeren door De Twenthe op het programma en willen we de jongeren die 18 jaar worden benaderen om hen als lid te behouden.

Tot slot wil ik de aanwezigen bedanken voor hun aandacht en ik wens de uitvaartvereniging nog vele voorspoedige jaren toe.