En Hij Stierf

En Hij Stierf

1.
"En hij stierf", dat woord geldt allen
Wier aardschen loopbaan was vervuld, 
En waarvan 't eindgericht voor velen
In duisternis is gehuld.

3.
"En hij stierf", de zon gaat onder,
Of gaat op ten heerlijkheid.
Eeuwig buiten, eeuwig binnen,
Eindelooze eeuwigheid.

5.
Jezus roept nog, biedt genade,
Die vol droefheid tot Hem vliedt.
Klaag uw zonden, rust niet eerder
Voor u ook genâ geschiedt.

7.
Kies nog heden, eer 't telaat is,
't Smalle pad; God schenkt gena.
Breng uw zonden en uw zorgen
Bij 't kruis van Golgatha.

2.
"En hij stierf" dat geldt dezulken
Die juichen voor den troon van God,
Wier levenswandel het getuigde
Hun ziel wacht straks een zalig lot.

4.
Mensch bedenk, ook u zal gelden
Eenmaal zeker: "En hij stierf"
Laat u nog leiden, leeren
Door Hem, Die de kroon verwierf.

6.
"En hij stierf" o, stel niet uit nu
Jezus zegt: "Geef Mij uw hart,
'k Wil u noemen Mijne kind'ren,
stillen al uw levenssmart." 

 

            (Uit: Licht in Lijden)