Testament

In een testament kunt u vastleggen wat er met uw nalatenschap moet gebeuren na uw overlijden. Een testament moet bij de notaris worden opgemaakt. Iedereen die 16 jaar of ouder is (en over zijn verstandelijke vermogens beschikt), kan een testament maken. U kunt het testament tijdens uw leven wijzigen. Verder kunt u in uw testament afwijken van de regels van vererving zoals het Burgerlijk Wetboek die geeft.

Een testament kan onder meer erfstellingen en legaten bevatten. Bij een erfstelling wordt aangegeven wie de erfgenamen zullen zijn en voor welk gedeelte. In een legaat wordt een persoon aangewezen die bepaalde zaken uit de nalatenschap of een bepaald bedrag in geld verkrijgt. Deze persoon heet legataris.

U kunt personen en instellingen tot erfgenaam of legataris benoemen die anders volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek niets uit uw nalatenschap zouden verkrijgen, bijvoorbeeld:

  • bloedverwanten die volgens de wet geen erfgenaam zijn, bijvoorbeeld een broer die niet van u zal erven, omdat uw echtgenoot en uw kinderen volgens de wet uw erfgenamen zijn;
  • aanverwanten, bijvoorbeeld de echtgenoot van een kind. U moet hierbij bedenken dat, als uw schoonzoon of schoondochter niet in het testament is vermeld, deze toch (indirect) uit uw nalatenschap kan verkrijgen. Dit is het geval als deze aanverwant in gemeenschap van goederen is gehuwd met uw kind dat erfgenaam is. Alles wat de beide echtgenoten bezitten of verkrijgen is dan immers van hen beide. Als u wilt voorkomen dat een schoonzoon of schoondochter op deze wijze mee-erft, moet u bij testament bepalen dat wat uw kind krijgt, niet valt in zijn huwelijksgemeenschap;
  • degene die ongehuwd met u samenwoont. Ongehuwd samenwonenden erven volgens de wet niet van elkaar. Als zij elkaar tot erfgenaam willen benoemen, moeten zij een testament maken. Dit geldt niet als zij hun partnerschap wettelijk hebben laten registreren;
  • andere niet-verwanten, bijvoorbeeld een goede vriend;
  • stichtingen of verenigingen.

Ook kunt u door het maken van een testament erfgenamen meer laten verkrijgen dan zij zouden verkrijgen volgens de wettelijke regels. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan de echtgenoot. Bij testament kan worden bepaald dat deze meer verkrijgt dan zijn gewone erfdeel.

U kunt bij testament ook bepalen dat een erfgenaam minder verkrijgt of niet verkrijgt. U dient er echter wel rekening mee te houden dat kinderen of kleinkinderen een beroep kunnen doen op de legitieme portie. Dit is de helft van het erfdeel wat zij zonder een testament zouden erven. Ook kunt u bij testament een voogd en een toeziend voogd voor uw minderjarige kinderen aanwijzen. Een executeur die voor de uitvoering van uw testament zal zorgdragen, kan alleen bij testament worden benoemd.

Let op!

Wilt u iets nalaten aan een niet-commercieel dorps- of buurthuis of aan een sportvereniging? Daarvoor gelden sinds 1 januari 2009 nieuwe vrijstellingen:

Overlijden zonder testament

Wanneer iemand overlijdt zonder testament, regelt het Burgerlijk Wetboek wie de erfgenamen zijn. In zo’n geval kunnen alleen de echtgenoot/geregistreerd partner of de bloedverwanten erven. Bloedverwanten zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers, zusters, kinderen van broers of zusters enzovoort.

Mensen die via een huwelijk familie van de erflater zijn (zoals stiefkinderen, schoondochters, zwagers enzovoort) zijn geen bloedverwanten. Zij zijn aanverwanten en kunnen alleen van de overledene erven als zij in een testament benoemd worden.

Bron: Belastingdienst