ARTIKEL 5 Huishoudelijk regelement

  1. Verstrekt de vereniging in het geheel geen diensten dan betaalt de vereniging in principe geen vergoeding. Van deze bepaling kan evenwel worden afgeweken indien het overleden lid te ver van het werkgebied van de vereniging woonachtig was en het bestuur dientengevolge uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor het verrichten van diensten door derden.
  2. Indien, om welke reden dan ook, geen gebruik wordt gemaakt van één of meer diensten van de vereniging en daarvoor door het bestuur uitdrukkelijk toestemming is gegeven, kan de vereniging een vergoeding bepalen voor de in de plaats van de diensten der vereniging genoten diensten in verband met de uitvaart, evenwel slechts indien de nota’s van de betreffende diensten worden overgelegd. De vergoeding zal niet hoger zijn dan het bedrag dat deze diensten aan kosten voor de vereniging zouden hebben meegebracht en zal het bedrag als bedoeld in artikel 4 lid 10 derhalve niet kunnen overtreffen.